Groenten als zoete aardappel, pompoen of rode biet zitten vol bètacaroteen die ons lichaam omzet in vitamine a. Die vitamine hebben we nodig om onze neus en longen te beschermen tegen infecties. Oranje en rood fruit zoals sinaasappelen, mango, abrikozen of meloen kun je ook gerust iedere dag eten.

Knoflook en ui bevatten krachtige oliën die helpen om bacteriën en virale infecties te lijf te gaan. Ze hebben ook een gunstige werking op de darmflora door de groei van gezonde bacteriën te bevorderen. Veel wetenschappelijke studies die dit bewijzen zijn er overigens niet, maar omdat knoflook en ui toch vooral gunstige effecten hebben op onze gezondheid, is het niet slecht er wat extra van te eten.

Wie te weinig vitamine d binnenkrijgt, wordt vatbaarder voor infecties, vooral van de bovenste luchtwegen. Omdat we in de winter minder zon en licht zien, is het aangeraden extra vitamine d op te nemen via onze voeding. Zalm, makreel, champignons en eieren bevatten heel veel vitamine d. Ga geregeld ook naar buiten, het zorgt niet alleen voor extra vitamine d, beweging stimuleert de aanmaak van witte bloedcellen en die zorgen ervoor dat we niet ziek worden.

Graanproducten als haver en gerst zijn rijk aan bèta-glucanen, die ons niet alleen een voldaan gevoel geven, maar ook ons immuunsysteem zouden kunnen versterken. Er is is onvoldoende bewijs dat bèta-glucanen bij mensen het afweersysteem stimuleren en met die reden ingezet zouden kunnen worden bij de behandeling van kanker, maar we kunnen het altijd proberen om een verkoudheid buiten de deur te houden.